Is deze crisis een zegen?
Op een dag was alles een crisis. De banken waren gesloten. De supermarkten hadden nog maar weinig in de schappen en de invoer van voedingswaren was bijna niet meer mogelijk. Het openbare leven kwam maar niet op gang. De mensen hoefden niet meer naar hun werk, want de overheid had geen geld meer en de bedrijven waren bijna allemaal failliet. Internet haperde veel en de hackers deden hun best om de computersystemen van de overheden en grote bedrijven lam te leggen. Het was ze eindelijk gelukt om alle data te wissen, ja ook van de belastingdienst. Toen wist de overheid niet meer waar ze geld vandaan moest halen. Geen mens kreeg het meer voor elkaar om nog iets te verkopen. Het was een geluk dat het iedereen trof. Ja, over de hele wereld stond het er min of meer hetzelfde voor.
Waarom schrijf ik dit? Wat een doemscenario! Dit is toch niet mogelijk, denken de meesten. Ik zeg tegen iedereen dat ik voorvoel dat er een soortgelijk scenario kan komen als de crisis echt goed over ons heen komt. Ooit begon het met zorgen over de euro en toen over de banken, maar ook over de landen die hun huishoudboekje niet op orde hadden. Toen er één bank omviel en de belastingbetaler niet meer wilde dat er nog meer geld in deze bank gestoken zou moeten worden, werden ook andere banken de dupe van de slechte economische tijding. De overheid had geen antwoord en waren hun wonden nog aan het likken. De stakingen van het overheidspersoneel en de diepe zorgen over ons pensioenstelsel hadden hun sporen getrokken. Geen politieke partij kon nog iets uitrichten. De selffulfilling prophecy was een feit. Jaren later komt er een ander soort economische factor bij; de ruilhandel, net als momenteel in Griekenland.
Wel hadden de mensen schoon genoeg gekregen van de oude economie waar alles op economische groei was gebaseerd. Het geld zat in de verkeerde zakken en bijna alles werd gereguleerd. Stakingen kwamen er heel gemakkelijk als de economische tijding wat minder rooskleurig werd. Niemand wilde een stap terug doen. Dit heeft ons de das om gedaan. Niemand wilde terug, iedereen wilde groeien, een groter huis, een grotere auto, misschien wel twee en die vakanties moesten ook blijven. De zorg kon niet minder, de kinderopvang moest worden uitgebreid, zodat elke vrouw kon werken om tenminste ook voldoende te kunnen verdienen om een mooi luxe leven te hebben.
Natuurlijk vonden wij dit heel normaal, we waren alleen vergeten dat we heel veel hadden geleend en alles hadden uitbesteed. Hier ging het ook mis. We kregen teveel managers en te weinig echt betrokken mensen. Het was een samenleving die niet meer vol te houden was. We waren wel druk, maar hadden weinig tijd voor elkaar en voor onze kinderen en maar te zwijgen over de zorg voor onze natuur. Oerbossen werden afgebrand door dwazen die in korte tijd veel geld wilde maken. Overheden waren corrupt. We vonden het heel normaal dat onze koningin president Poetin ontving.
We gingen altijd voorbij aan wat moreel door de beugel kon, handelsbelangen en geld voerden de boventoon. China werd steeds rijker en kreeg het voor het zeggen in de wereld. Grote stukken land werden in Afrika opgekocht om daar massaal producten te kunnen verbouwen door de plaatselijke bevolking weg te jagen en die met lege handen achter te laten. Waren er niet overal te grote bedrijven waar alleen maar aandeelhouders tevreden moeten worden gesteld? Tevredenheid van de medewerkers was geen issue meer. Als je de neuzen naar een kant wilde richten, dan gaf je bonussen. Zo werd de afhankelijkheid van de medewerkers aan de bestuurders een feit.
Klokkenluiders werden slecht behandeld. Wie zat er nu echt te wachten als er mensen zaken naar voren brachten die niet klopte? Ook de overheid deed ruimschoots mee met alles in de doofpot te stoppen. Wie zat er eigenlijk mee, was het niet een tijd waar iedereen voor zichzelf zorgde door zoveel mogelijk geld te willen verdienen en dan het nodige aanzien had? Lieten we niet het liefst alles over aan de overheid die wel zou regelen dat alle wetten werden nageleefd? O, o, wat was er veel mis. Frustraties van mensen telde niet, je moest gewoon meedoen en anders stond je gewoon buitenspel. Was het niet een tijd dat een derde van de mensen last had van eenzaamheid? Was het niet een tijd dat veel mensen zichzelf niet meer terugvonden in hun werk? Was het niet een tijd dat veel mensen zelfmoord pleegden? Was het niet een tijd dat Geert Wilders veel stemmers kreeg door de vinger op de zere plek te leggen? Was het niet een tijd dat bijna iedereen hard moest werken om ’s-avonds tv te kijken? Was het niet een tijd dat kinderen in crèches gestopt werden, omdat moeder zo hard moest werken? Zo kunnen we nog wel even door gaan.
Wat ik hier mee wil bereiken is dat ik zeker weet dat de komende crisis een zegen kan zijn om eindelijk eens onze maatschappij anders in te richten en dan op kleinere schaal. Eigen verantwoordelijkheid, zelfontplooiing en veel leuke dingen doen die niets met geld te maken hebben. Ik denk dat het geld gaat verdwijnen, dan heb je er ook geen gelazer meer mee. Gewoon op kleine schaal in je levensonderhoud voorzien.
Rein Feenstra
Tags: belastingdienst, bonussen, computersystemen, crisis, dataverkeer, failliet, geld, Griekenland, kinderopvang, klokkenluiders, overheid, ruilhandel, selffulfilling prophecy, staken, zelfontplooiing